Doel tweede lijn: definitieve diagnose stellen, oorzaak onderzoeken en instellen op hartfalen medicatie.
De diagnose wordt gesteld door de cardioloog middels echocardiogram.

Telemonitoring
Gestreefd wordt om zoveel mogelijk patiënten die op de hartfalenpoli onder behandeling zijn, te includeren in het telemonitoringprogramma. Patiënten meten thuis gewicht, bloeddruk, hartfrequentie en vullen vragenlijsten in. De hartfalenverpleegkundigen van het Spaarne Gasthuis controleren dagelijks deze gegevens en nemen bij afwijkingen zo nodig contact op met de patiënt. Bij ontslag van de hartfalenpoli, stopt ook de telemonitoring.
Follow-up in de 2e lijn
Bij een follow-up van hartfalen in de 2e lijn controleert de cardioloog de nierfunctie en de elektrolyten en i.h.k.v. secundaire preventie (ACS in verleden) CVRM controles. CVRM bij patiënten met diabetes verloopt via de huisartspraktijk, net als primaire preventie CVRM bij patiënten met hartfalen. Let op: bij patiënten met een gestoorde glucosetolerantie is het verzoek aan de huisarts om de glucose te vervolgen.
Medicatie
|
Belangrijkste bijwerkingen
|
Contra-indicatie
|
ACEi, ARB of ARNI (sabubitril/valsartan)
(eerste keus starten met Valsartan 2dd dit maakt escalatie naar ARNI eenvoudiger)
|
-
Kriebelhoest (ace-i)
-
Hypotensie
-
Hyperkaliemie
-
Nierfunctiestoornissen**
|
Allergie
Hypotensie
|
SGLT2
(Dapagliflozine of empagliflozine)
Bij patiënten met DM2 en reeds medicatie hiervoor, gaat starten in overleg met huisarts of internist.
|
-
Genitale schimmelinfectie* en UWI
-
Hypoglycaemie
-
Zeer zeldzaam: normoglycaemische ketoacidose
|
eGFR < 25-30
DM type 1
|
Spironolacton
|
-
Hyperkaliemie
-
Gynaecomastie
|
hyperkaliemie
|
Betablokker
|
|
Bradycardie
Niet starten bij tekenen van overvulling
|
Furosemide: bij tekenen van overvulling
|
-
Nierfunctiestoornissen en hypokaliemie
|
|
Evt on top: ivabradine, digoxine, anti-arrythmicum
|
|
|
* Bij een genitale schimmelinfectie na starten SGLT2 is het advies dit oraal te behandelen. SGLT2 kan worden door gebruikt. Bij recidiverende infecties, ondanks adequate behandeling, contact met cardioloog.
** Veel hartfalenmedicijnen geven een tijdelijke daling van de nierfunctie maar zijn op langere termijn renoprotectief. Een kreatinine stijging tot 50% wordt geaccepteerd. Advies is in dit geval niet te verhogen maar huidige dosering te continueren (zn diuretica verlagen indien euvolemisch) en nierfunctie eerst opnieuw te controleren na 4 weken. Bij kreatinine stijging > 50% dient medicatie wel te worden aangepast.
|