Datum en versie RTA
Versie 1.0 | juni 2023
Brondocumenten
- KNGF Richtlijn lage rugpijn (2021)
- Ketenzorgrichtlijn lage rugklachten (2010)
- NHG Standaard, Aspecifieke lagerugpijn (2017)
- NHG standaard, Lumbosacraal radiculair syndroom (2015)
- NVA Richtlijn, Lumbosacraal radiculair syndroom (2018)
- NOV Richtlijn, Geïnstrumenteerde spinale wervelkolomchirurgie (2017)
- NVvN Richtlijn, Ongeïnstrumenteerde wervelkolomchirurgie (2018)
- Zorgstandaard Chronische pijn (2017)
- https://www.vzinfo.nl/nek-en-rugklachten
- https://www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/c-vtv/gezondheid/aandoeningen
Werkgroep
A. Jubels* | Huisarts en kaderhuisarts bewegingsapparaat, Huisartsvereniging Haarlemmermeer |
R. Hoogendoorn* | Orthopedisch chirurg, Spaarne Gasthuis |
P. Weerman* | Fysiotherapeut, Zorggroep Haarlemmermeer en Verheul en Weerman Fysiotherapeuten |
C. Gijsbertse* | Fysiotherapeut, Fysiotherapie Teding van Berkhout |
N. van der Veldt* | AIOS revalidatiegeneeskunde, Spaarne Gasthuis |
T. Bakker* | Adviseur strategie, Spaarne Gasthuis |
S. Bakker | Revalidatiearts, Spaarne Gasthuis |
J. Flick | Fysiotherpaeut, Portegies Fysiotherapie |
D. Langhout | Fysiotherapeut, Spaarne Gasthuis |
P. Noordermeer | Huisarts, kaderhuisarts bewegingsapparaat, Huisartsen Zuid-Kennemerland |
L. Valk | Fysiotherpeut, Spaarne Gasthuis |
* vormden tevens de schrijfgroep
Aanleiding RTA
Deze RTA beoogt te zorgen voor eenduidige regionale afspraken tussen zorgprofessionals in de eerste en tweede lijn over de behandeling van patiënten met lage rugpijn met of zonder niet-radiculaire beenpijn. Heldere afspraken en goede afstemming tussen zorgaanbieders dragen bij aan de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment. Aandachtspunten hierbij zijn uniformering van de behandelwijze, communicatie naar patiënten, helderheid over verwijsafspraken en diagnostiek.
In 2021 hadden bijna 1,9 miljoen mensen nek- en rugklachten in Nederland. Hierbij ging het in ongeveer 798.300 gevallen om chronische klachten. De uitgaven aan zorg voor nek- en rugklachten bedroegen 905 miljoen euro in 2019 en er waren bijna 20.000 ziekenhuisopnamen vanwege nek- en rugklachten in 2020(9).
In 2017 waren er in de Nederlandse huisartsenpraktijk iets minder dan 900.000 nieuwe gevallen van lage rugpijn, waarvan het in 30% uitstralende pijn betrof. Een deel van de patiënten gaan rechtstreeks naar een andere zorgverlener zonder tussenkomst van huisarts, of maken geen gebruik van de zorg.
Er zijn geen exacte data bekend over aantallen patiënten met lage rugpijn in de fysiotherapeutische en oefentherapeutische praktijk in Nederland(1).
In de periode van 2017-2022 zijn er in het Spaarne Gasthuis jaarlijks gemiddeld 4.807 patiënten door de medisch specialist gezien vanwege nek- en rugklachten.
Door vergrijzing zal het aantal patiënten met rug- en nekklachten de komende jaren toenemen. Rug- en nekklachten zijn in 2040 naar verwachting één van de drie meest voorkomende chronische ziekten.
DALY’s (Disability-Adjusted Life Years) zijn een maat voor gezonde levensjaren die verloren gaan door ziekte (ziektejaarequivalenten) of vroegtijdig overlijden (verloren levensjaren). In 2018 was de ervaren ziektelast (DALY) vanwege rug- en nekklachten 162.600. In 2040 is de verwachting dat dit is opgelopen tot 197.100 (10).
Lage rugpijn gaat vaak gepaard met aspecifieke bil- of beenpijn. Bij doorvragen blijkt vaak sprake van een gecombineerd beeld van lage rug pijn en pijn in het been, de bilregio en/of in de heupgewrichten, zonder dat dit direct een duidelijke radiculaire klacht betreft. In het vervolg van deze RTA hanteren we hiervoor de terminologie lage rugklachten met of zonder niet-radiculaire beenpijn. Voor patiënten met duidelijk radiculaire klachten is er in het Spaarne Gasthuis een zorgpad radiculaire pijn ingericht met de neurologie als poortspecialisme.
Uitgangspunt is dat patiënten met lage rugpijn met of zonder niet-radiculaire beenpijn zoveel mogelijk door eerstelijnsbehandelaars - huisartsen en fysiotherapeuten - geholpen worden. Biedt dit niet het gewenste resultaat dan kan de huisarts patiënten waarbij de onderliggende oorzaak van de klachten niet eenduidig is aan de hand van deze RTA triëren en verwijzen naar de juiste medisch specialist in het ziekenhuis. Gezien de brede differentiaal diagnose van deze klachten worden patiënten binnen het SG doorgaans in eerste instantie door een orthopedisch chirurg gezien.
Doel RTA
Het doel van deze RTA is dat patiënten met lage rugklachten met of zonder niet-radiculaire beenpijn passende zorg krijgen.
De zorg die patiënten krijgen zorgt ervoor dat hun klachten zo snel en zoveel mogelijk verholpen worden, en chroniciteit van de klachten wordt voorkomen.
Dit betekent dat patiënten direct bij de juiste behandelaar en medisch specialist terecht komen en de juiste behandeling krijgen volgens de principes van stepped care. Intern doorverwijzen binnen het SG wordt hiermee zo veel mogelijk vermeden.